Sporten goed voor productiviteit

Bijna zes op de tien Nederlanders denken tijdens het sporten aan hun werk en komen al rennend, fietsend of fitnessend op nieuwe ideeën. Sporters zijn bovendien significant meer tevreden met hun baan dan niet-sportende werknemers en ze zijn minder vaak ziek (drie ziektedagen versus vijf ziektedagen). Sporten als stimulans is bovendien een weinig gebruikte, maar graag geziene secundaire arbeidsvoorwaarde. Dat blijkt uit een onderzoek van Monsterboard.nl over sport en carrière onder meer dan 12.000 Nederlanders.

Sporten lijkt dus een gunstige invloed op het werk te hebben. Toch maken werkgevers hiervan maar weinig gebruik: de meerderheid van de werknemers (83 procent) geeft aan niet door de baas te worden aangemoedigd om te sporten. Bijna driekwart (74 procent) zou een (financiële) stimulans wel waarderen. Vooral mensen die al sporten, zien het als een positieve beloning voor hun inzet. Bovendien verwacht meer dan de helft (54 procent) dat zo’n stimulans de productiviteit ten goede komt. Ruim de helft van de werknemers ziet graag een beloning in de vorm van korting op een fitnessabonnement, gevolgd door fitnessapparatuur op kantoor (13 procent) en een interne competitie (10 procent).

Sport maakt carrièregericht
Sporten maakt, zo lijkt uit de resultaten op te maken, werkend Nederland productiever. Het maakt werknemers ook carrièregerichter. Een meerderheid van de respondenten (in totaal 55 procent) hecht veel belang aan hun carrière. Voor sportievelingen geldt dit het sterkst, van hen ziet 32 procent een carrière als een van zijn topprioriteiten of zelfs als dé topprioriteit. Bij de niet-sporters is dit 27 procent. Hoe hoger het inkomen hoe groter bovendien de kans dat iemand sport: van de hogere inkomensgroepen sporten significant meer respondenten dan van de groepen met een lager inkomen.

Een ruime meerderheid (80 procent) van de ondervraagden doet aan sport. Bijna zeven van de tien (69 procent) doen dat minstens twee keer per week. Niet-sporters geven als reden meestal tijdgebrek aan (30 procent). De populairste sport is fitness: bijna de helft (46 procent) traint in een sportschool. Dat sporten gebeurt bijna altijd doordeweeks (90 procent), en dan vooral ’s avonds (85 procent). Een klein gedeelte sport ‘s ochtends (14 procent) en een enkeling doet dat tijdens de lunch (1 procent). Daarnaast sport 60 procent (ook) in het weekend.

Olympische Spelen
Naast sporten is ook het kijken naar sport een veel beoefende bezigheid. Zo gaf maar liefst 71 procent van de respondenten aan naar de Olympische spelen te gaan kijken. Het tijdsverschil met Vancouver zorgt er in ieder geval voor dat dit veelal niet onder werktijd gebeurt.

Monsterboard.nl